Slaagkans van ivf verschilt enorm tussen ziekenhuizen

De slaagkans van de vruchtbaarheidsbehandeling in-vitrofertilisatie (ivf) verschilt enorm tussen de achttien ivf-centra van ons land. Dat schrijven De Tijd en De Morgen zaterdag op basis van het kwaliteitsrapport van het College voor Reproductieve Geneeskunde, met een rangschikking van die centra, dat de kranten via de wet openbaarheid van bestuur (WOB) verkregen hebben. De resultaten per centrum zijn in ons land niet publiek. De ziekenhuizen zien alleen hun eigen resultaten en kennen hun plek in die ranking.

Jaarlijks kiezen in België duizenden mensen voor ivf. Samen doen ze tot 40.000 pogingen, schetst De Tijd. Het gaat om zowel fysiek als mentaal zwaar belastende trajecten die jaren kunnen duren en gepaard kunnen gaan met bijwerkingen door de hormoontherapie, soms pijnlijke eicel puncties en stress. Slechts een op de drie vrouwen krijgt na een eerste ivf-poging een kind. Vaak zijn meerdere pogingen nodig en begint het traject van voren af aan.

De Tijd en De Morgen legden de hand op het jongste rapport van het College voor Reproductieve Geneeskunde. De verschillen tussen de achttien centra blijken groot. 

Experts benadrukken dat het algemene niveau van de Belgische fertiliteitsgeneeskunde zeer hoog is, maar sommigen zijn bezorgd over die uiteenlopende resulaten. "'Bij centra die onder het gemiddelde scoren, moeten we nagaan of dat jaar na jaar zo is, en of kwaliteitsverbetering mogelijk is", zegt Willem Verpoest, de voorzitter van de Belgische Vereniging voor Reproductieve Geneeskunde (BSRM), in De Tijd. 

Een indicator in het rapport kijkt naar de kans op een kind per teruggeplaatst vers embryo in de eerste cyclus, bij vrouwen jonger dan 36. "Een goede indicator voor de kwaliteit van je ivf-lab", zegt fertiliteitsarts Herman Tournaye (VUB) in De Morgen. Die kans bedraagt gemiddeld 33,8 procent, maar varieert van iets meer dan 15 procent tot meer dan 45 procent.

In één centrum werd meer dan 10 procent tweelingen na ivf geboren. "Dat wijst erop dat vaak twee embryo's worden teruggeplaatst. Zoiets mag, maar proberen we zo min mogelijk te doen omdat een tweeling­zwanger­schap grote gezondheids­risico's met zich meebrengt", zegt Diane De Neubourg, het diensthoofd van het fertiliteitscentrum van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, in De Tijd.

Dat het document nu publiek is, ligt gevoelig, klinkt het nog. Artsen vrezen dat patiënten er de keuze van hun ivf-centrum op gaan baseren, maar daarvoor zijn de data niet betrouwbaar genoeg, zegt Dominic Stoop, de voorzitter van het College voor Reproductieve Geneeskunde, in De Tijd. 

Zo wordt de patiëntenpopulatie niet in kaart gebracht. "Het kan dat enkele centra meer rokende of zwaarlijvige patiënten helpen. Van die doelgroepen weten we dat ze minder kans maken op een kind", aldus Stoop in De Tijd. Ook de grootte van een centrum speelt mee, stipt De Neubourg aan in de krant. "Bij centra die maar honderd be­handelingen per jaar doen, zullen de uitkomsten bij enkele patiënten met minder goede prognose meer ­fluctueren dan bij centra die er ­honderden doen."

De BSRM zet een vernieuwde kwaliteitsmeting op en betrekt daarbij de overheid en buitenlandse experten. "Het doel is tot een aantal goede en gedragen kwaliteitsindicatoren te komen, waarop een onafhankelijke organisatie kan toezien. Die zou zieken­huizen verbetermaatregelen en ­deadlines moeten opleggen", zegt Verpoest in De Tijd. 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.